Graslandvernieuwing, juist nu!
The Netherlands
March 10, 2010
55% van de Nederlandse weilanden is momenteel qua kwaliteit niet toereikend voor een economische melkproductie en de helft van de zandgronden in ons land dreigt op termijn ongeschikt te worden voor een gezonde en productieve ruwvoerteelt. Dat maakt Plantum NL – de branchevereniging van veredelings- en vermeerderingsbedrijven waaronder de landbouwzaaizaadbedrijven – vandaag bekend. Volgens Plantum NL onderschatten veel veehouders momenteel de noodzaak tot graslandvernieuwing en zijn zij zich onvoldoende bewust van de rol die grasland als rotatiegewas kan vervullen om kritische tekorten aan organische stof aan te vullen. Zorgelijke ontwikkelingen voor de melkveehouderij in de opmaat naar 2015 die vragen om bijsturing en meer bewustwording als het gaat om het investeren in goed grasland.
Door de invoering van het derogatiebesluit, de aangescherpte regels rondom het vernietigen of scheuren van de zode en de minder florissante inkomenssituatie van melkveehouders wordt in Nederland de laatste jaren beduidend minder grasland ingezaaid. De gevolgen – snel teruglopende VEM- en DVE-gehalten en een lagere bruto-grasproductie – staan haaks op de behoeften van ons hoogproductieve melkvee en het ingezette mestbeleid. Het is momenteel zo dat op 55% van de weilanden de graskwaliteit de beperkende factor is voor het realiseren van een hoge melkgift. Gevolg is dat relatief duur eiwitrijk (kracht)voer moet worden aangekocht waardoor de kostprijs onnodig stijgt en het saldo daalt en dat komt in economisch mindere tijden dubbel zo hard aan. Plantum NL benadrukt in dit kader het grote belang van tijdige herinzaai. Wie zijn grasland om de 4 à 5 jaar vernieuwt, houdt de voor een hoge melkproductie vereiste VEM-leveranties op peil en bespaart tot 30% op de krachtvoerkosten.
Het is algemeen bekend dat bij lage bemestingsnormen (zoals het mestbeleid voorschrijft) de grasopbrengst meer afhankelijk wordt van goede, productieve en roestresistente grassen die mineralen efficiënter benutten. Ook vanuit dit oogpunt is graslandvernieuwing onontbeerlijk, al is het maar om op dit vlak te kunnen profiteren van de allernieuwste grassengenetica. In tien jaar tijd is door veredeling de drogestofopbrengst met 5% verhoogd (= circa 700 kg/ha erbij) en is de stikstofefficiëntie aanzienlijk vooruitgegaan. Ten opzichte van 1985 is de roestresistentie van de nieuwste rassen zelfs met 15% vergroot en de standvastigheid van diploïde (+12%) en tetraploïde rassen (+20%) verbeterd en min of meer gelijk getrokken.
Een ander serieus probleem waar de melkveehouderij mee te maken heeft, is de sterk teruglopende bodemvruchtbaarheid op de droogtegevoelige gronden in ons land, waar veel bedrijven gevestigd zijn. Een door met name de continuteelt van maïs onderschat probleem, maar met ingrijpende gevolgen: volgens Plant Research International (PRI) van Wageningen-UR zou op de helft van de gronden op termijn de ruwvoerwinning in het gedrang kunnen komen door een structureel tekort aan organische stof. Volgens PRI en Plantum NL biedt wisselbouw met grasland in dit kader perspectief. Veehouders die een bouwlandperiode van 2 tot 5 jaar afwisselen met een grasperiode van 3 tot 4 jaar houden het organische stofgehalte op peil en gaan onnodige uitspoeling tegen. Vruchtwisseling zou op de lichtere gronden veel meer gemeengoed moeten zijn.
More news from: Plantum*
Website: http://www.plantum.nl Published: March 10, 2010 |
The news item on this page is copyright by the organization where it originated Fair use notice |