The Netherlands
Janjuary 30, 2024
India zet belangrijke stappen op het gebied van biotechnologie. De bio-economie in het land heeft de afgelopen jaren telkens een groei met dubbele cijfers laten zien. Publieke onderzoekslaboratoria ontwikkelen onder meer rijst en maïs die droogtestress kunnen verdragen en zouttolerant zijn, bètacaroteenrijke banaan, pinda’s met een hoog olie- en laag linolzuurgehalte, stikstof- en waterefficiënte rijst, biotische stresstolerante tomaat en qua voedingswaarde verbeterde oliehoudende zaden. Wordt biotechnologie de nieuwe agrarische revolutie in India?
Verzilting is een groot probleem in India en Bangladesh. Gene editing kan de zouttolerantie verbeteren.
Tot voor kort was de regelgeving rond biotechnologie eenduidig geregeld. Alle plantveredeling werd gereguleerd door het proces waarmee het product is ontwikkeld, zoals het geval is in de EU. De basisbepalingen stamden uit 1989, een tijd dat genetisch gemodificeerde (GM) gewassen werden verkregen via transgenese: de introductie van genen van andere organismen om specifieke eigenschappen in te brengen, zoals resistentie tegen plagen, tolerantie voor herbiciden of een langere houdbaarheid. Het introduceren van GM-gewassen in het milieu is een ingewikkeld proces in India dat ook recentelijk weer de actualiteit haalde – waarover later meer.
Herziening wetgeving biotechnologie
Want er is wel het een en ander veranderd in India. Met wat de regering zelf een ‘mijlpaalbesluit’ noemde, heeft het ministerie van Milieu en Bossen in maart 2022 de regelgeving rond biotechnologie herzien: veldproeven werden mogelijk met gewassen die vrij zijn van ‘exogeen geïntroduceerd DNA’, ter voorbereiding op commerciële introductie. Dat faciliteert daarom SDN-1 en SDN-2 veredelingstechnieken, zoals CRISPR. Dergelijke aangepaste gewassen vallen nu onder de Indiase Seeds Act, in plaats van de Environment Protection Act. Door deze stap zijn dergelijke producten uitgezonderd van de bioveiligheidsbeoordelingen die worden uitgevoerd door de belangrijkste regelgevende instantie op het gebied van de biotechnologie van het land, de Genetic Engineering Appraisal Committee (GEAC).
Het is duidelijk dat deze juridische omslag zal resulteren in een bredere adoptie in plantenbiotechnologie en het landbouwkundig onderzoek van nieuwe veredelingstechnieken en technologieën, zoals CRISPR. Wel moet iedere organisatie die zich bezighoudt met gentechniek een Institutioneel Bioveiligheidscomité (IBSC) hebben dat moet bevestigen dat een genetisch gemodificeerd gewas geen vreemd DNA bevat. In elk IBSC heeft een vertegenwoordiger zitting van het Departement of Biotechnology (DBT) en een expert met medische kwalificaties. Maar toch, met deze versoepeling van de wetgeving zet India een belangrijke stap voorwaarts, de EU voorbij. Het Europese Hof van Justitie oordeelde immers in 2018 dat gene editing als genetische modificatie moet worden beschouwd – een besluit dat nog steeds van kracht is.
Het hoofd van het Indiase Department of Biotechnology dr Rajesh Gokhale bezocht het ministerie van LNV in januari, samen met de Indiase ambassadeur mevrouw Reenat Sandhu. V.l.n.r. Satya Pinisetty, First Secretary (Economic & Commerce), Embassy of India; Dhananjay Tiwary, Scientist, Department of Biotechnology; DG Agro Marten van den Ber; Rajesh S. Gokhale, Secretary - Department of Biotechnology; Reenat Sandhu, Ambassador of India to the Kingdom of the Netherlands; Gince K. Mattam, Deputy Chief of Mission, Embassy of India
Transgene gewassen: impasse
Producten die zijn verkregen via SDN-3,met introductie van vreemde genen, worden in India nog steeds als genetisch gemodificeerde gewassen beschouwd waarvoor de oude wetgeving geldt. Dat er een ‘mijlpaalbesluit’ viel rond de versoepeling van gene edited crops is opzienbarend omdat de goedkeuring van SDN-3 transgene gewassen zo moeizaam verloopt. Bt-katoen is het enige genetisch gemodificeerde gewas dat in het land mag worden verbouwd, sinds de overheid in 2005 het toenmalige Monsanto's Bollgard I-katoen vrijgaf voor de teelt (er zijn daar inmiddels vijf varianten van, met 1400 hybriden). De olie is toegestaan voor humane consumptie, het schroot voor veevoer. Bij die ene goedkeuring is het gebleven. Bijna het hele Indiase katoenareaal van 13 mln hectare is inmiddels de GM-variant.
De wijze van beoordelen en goedkeuren is de inzet van een procedure voor het Indiase Hooggerechtshof. Die zaak begon in 2009 toen de Genetic Engineering Appraisal Committee de aanbeveling deed om de commerciële teelt van een Bt-aubergine van Monsanto goed te keuren. Milieu- en consumentengroeperingen, vaak gesteund door Greenpeace, voerden campagne tegen genetisch gemodificeerde organismen en producten. In 2010 kondigde het ministerie van Milieu en Bossen een moratorium af op de goedkeuring van genetisch gemodificeerde organismen (GMO) totdat de veiligheid voor mens en milieu met langetermijnstudies kon worden aangetoond. Dat leverde een impasse op die voortduurde tot 2017 toen de GEAC een positief advies gaf voor de introductie in het milieu van een GM-mosterdvariëteit die werd ontwikkeld door een universiteit in Delhi.
Verscheidene anti-biotech groepen vochten het besluit aan. Er werden aanvullende velddemonstratiestudies uitgevoerd naar de impact van deze GM-mosterd op honingbijen en andere bestuivers. Op basis daarvan besloot het ministerie in 2022 alsnog tot de introductie in het milieu van dit gewas. Anti-biotechnologie-activisten hebben deze beslissing aangevochten tot aan het Hooggerechtshof van India. Terwijl er inmiddels al op tenminste zeven locaties zaadvermeerdering aan de gang was, stemde de regering ermee in verdere beplanting op te schorten totdat het hof een definitief besluit heeft genomen. Dat proces is nu gaande: de hoorzittingen kwamen in januari 2024 ten einde. Overigens: na een eventuele goedkeuring van het Hooggerechtshof moet de Food Safety and Standard Authority of India (vergelijkbaar met NVWA) nog een oordeel geven voor het commerciële gebruik.
Gene editing kan bijdragen aan het verlengen van de houdbaarheid van producten. Beeld van een markt in Delhi.
Gene editing
Onzekerheid over het beleid en de vertragingen in het goedkeuringssysteem hebben de voortgang van onderzoek naar genetisch gemodificeerde gewassen de laatste jaren ernstig beperkt. Biotechbedrijven schortten hun onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op, onderzochten de mogelijkheden van commercialisering van hun gewassen in andere landen (bijvoorbeeld Bt-aubergine in Bangladesh en de Filippijnen). Hier en daar is illegaal GM-aubergine en -katoen geplant. Indiase zaadbedrijven en onderzoeksinstellingen uit de publieke sector veredelen desondanks momenteel ongeveer 85 plantensoorten die zich in verschillende stadia van onderzoek en ontwikkeling bevinden. Als de Indiase regering over zou gaan tot de goedkeuring van GM-gewassen dan staan er naast GM-mosterd nog drie andere gewasevenementen klaar: 1) een gestapelde herbicidetolerante (HT) Bt katoen, 2) HT-maïs en 3) drie Bt-aubergine-evenementen. De verwachting is dat de regering met additionele goedkeuringen van biotechgewassen wacht tot na de nationale verkiezingen.
Geconfronteerd met politieke oppositie en het trage tempo van het biotechnologisch goedkeuringssysteem hebben onderzoekers uit de publieke sector de aandacht in hun biotechprogramma’s al vroeg verschoven naar gene editing en marker-ondersteunde veredeling. Het ministerie van Wetenschap en Technologie en het departement Biotechnologie (DBT) ondersteunen dergelijke programma's en initiatieven rond gene editing actief. De Indian Council of Agricultural Research en de aangesloten universiteiten en instituten doen onderzoek naar het gebruik van onder meer nieuwe gereedschappen voor genbewerking voor het ontwikkelen van nieuwe rassen. De wijzigingen in 2022 van de wetgeving geven deze ontwikkeling nadrukkelijk rugwind.
Biotechnologie versus informatietechnologie
De private sector speelt tot nu toe een relatief beperkte rol in de ontwikkeling van de agro-biotechnologie in India, anders dan in de medische biotechnologie. Gene editing vraagt expertise en een infrastructuur die er niet onmiddellijk is. Nederlandse bedrijven als Keygene en GeneTwister kunnen hierin assisteren. Er is ook onduidelijkheid over de licenties voor de verschillende technieken. Anders dan voor onderzoektoepassingen is de royaltystructuur voor commerciële aanwendingen tamelijk ingewikkeld. Ook heeft de regelgeving de private sector altijd meer afgeschrikt dan publieke organisaties.
Investeerders hebben nog onvoldoende oog voor deze kansen in de biotechnologie. Dat staat in contrast met de grote aandacht die India de laatste jaren heeft gegeven aan informatietechnologie, ook in de landbouw. De impact van deze technologie op de agrarische sector is groot. Vrijwel alle huidige startup-activiteiten en durfinvesteringen in agritech richten zich op digitale technologieën, zoals e-commerce, digitale boerenplatforms, fintech op het platteland en managementsystemen. Innovaties in de life sciences worden nog verwaarloosd door durfkapitaalinvesteerders en ondernemers.
‘Onderzoekers uit de publieke sector hebben de aandacht in hun biotechprogramma’s al vroeg verschoven naar gene editing en marker-ondersteunde veredeling’
Moderne retail rukt op in India maar ongeveer 80% van het voedsel wordt nog steeds verkocht op informele markten.
Uitdagingen het hoofd bieden met biotechnologie
De matige staat van ondernemersactiviteit in de agrifood-life sciences is merkwaardig, gegeven hoe cruciaal innovaties in de synthetische biologie en biotechnologie zijn voor de toekomst van het Indiase voedselsysteem. Binnen tien jaar zullen Indiase boeren volop te maken krijgen met de gevolgen van klimaatverandering, en digitale technologieën alleen zijn onvoldoende om een mooie toekomst op het platteland van India te garanderen. Innovaties op het gebied van de life sciences kunnen een cruciale rol spelen bij het aanpakken van zowel klimaatmitigatie als klimaatadaptatie en daarmee de toekomst voor Indiase boeren en de voedselzekerheid veiligstellen.
Life sciences zouden ook volop kansen kunnen creëren om agrarische waardeketens volledig opnieuw uit te vinden. De overvloed aan gierst en peulvruchten in India kan bijvoorbeeld worden omgezet in innovatieve plantaardige eiwitten om aan de mondiale vraag te voldoen. Niet-duurzame ingrediënten voor dier- en aquacultuurvoer, zoals vismeel, kunnen worden vervangen door insecteneiwitten. Ten slotte kunnen biologische vervangers worden ontwikkeld voor traditionele chemische meststoffen en pesticiden. Kortom, er zijn talloze uitdagingen die India het hoofd zouden kunnen bieden door oplossingen te ontwikkelen vanuit life sciences als biotechnologie. En als de groei er eenmaal in zit, zal die kennis over informatietechnologie en datagebruik ineens weer een pluspunt vormen.
Schuchterheid van durfkapitaal
Waarom is het Indiase ecosysteem voor life sciences zo onderontwikkeld? Over de traditioneel stroperige toelatingsprocedures hebben we het gehad - een de facto verbod op nieuwe transgene eigenschappen. Dit verklaart niet het gebrek aan startups op het gebied van biologische gewasinputs, microbiële biotechnologieën, cellulaire alt-eiwitten en gezondheidsproducten voor dieren en aquacultuur. Een gebrek aan talent kan ook geen reden zijn. Het digitale startup-ecosysteem in India is immers gebouwd door ondernemers en investeerders met mondiale bekendheid, van wie velen in het buitenland zijn opgeleid en/of hebben gewerkt, ook in Silicon Valley.
Wat mogelijk een rol speelt is schuchterheid van durfkapitaal. De meeste durfkapitalisten in India hebben een achtergrond in de digitale technologie, en kapitaal stroomt immers daarheen waar de grootste en gemakkelijkst te verwezenlijken kansen liggen, zoals in e-commerce en fintech. Life science durfkapitalisten en ondernemers zijn een eigen soort, met meestal werkervaring in farmaceutische en biotechbedrijven. Daar komt bij dat universiteiten en instituten zelden hun intellectuele eigendom commercialiseren. Ze zijn principieel tegen exclusieve technologielicenties en zijn er niet in geslaagd een geest van ondernemerschap te bevorderen onder hun professoren, afgestudeerde studenten en onderzoekers.
India in 2030
De voortekenen zijn er dat het Indiase biotech-landschap aan het veranderen is. De Indiase bio-economie heeft de afgelopen jaren telkens een groei met dubbele cijfers laten zien, onder meer door de gezondheidszorg, de geneeskunde, de industrie en de bio-informatica. Het aantal biotech-startups, cruciaal voor de toekomstige economie van India, is gegroeid naar ruim 6300 op dit moment.
Elke dag worden er drie biotech-startups in India opgericht met de ambitie om levensvatbare technologische oplossingen te bieden. Biotechnologie is onder jongeren uitgegroeid tot een populaire carrièremogelijkheid. Er wordt nu vaker over tools als synthetische technologie, genome editing, microbiële biobronnen en metabolic engineering gesproken. De regels rond gene editing zijn versoepeld en met het eerste gene edited gewas worden nu veldtesten uitgevoerd: een mosterd-variëteit die raapzaad-achtige olie bevat en verhoogde ziekteresistentie heeft.
Inmiddels zijn er talrijke gewassen in ontwikkeling die de komende jaren goedgekeurd kunnen worden voor de markt. Indiase onderzoekslaboratoria uit de publieke sector ontwikkelen onder meer rijst en maïs die droogtestress kunnen verdragen en zouttolerant zijn, bètacaroteenrijke banaan, pinda’s met een hoog olie- en laag linolzuurgehalte, stikstof- en waterefficiënte rijst, biotische stresstolerante tomaat en qua voedingswaarde verbeterde oliehoudende zaden. Biotechnologie is de technologie van morgen. India kan zich de komende vijf jaar positioneren als een grootmacht op dit terrein.
Freek Vossenaar (ministerie van LNV).
Met dank aan Sritanu Chatterjee (Nederlandse ambassade Delhi) en Shital Dixit (Keygene).
Gebruikte bronnen o.m. Agricultural Biotechnology India Annual(USDA), the Economist (4 January 2024), Global Gene Editing Regulation Tracker, the Indian Express(15 December 2021 & 21 August 2023).